Bitcoin Prijsanalyse Samenvatting
Bitcoin (BTC) staat aan het begin van een belangrijke week met een verzwakt prijskantoor, omdat de trend in 2023 erop lijkt dat het een “double top” patroon zal gaan vormen. De valuta had een ongunstige eindsluiting van de week, met een daling onder de €26.000 mark, en heeft moeite om traction te krijgen tegen een achtergrond van lagere vrijwilligheid. Enkele analisten, die het huidige dalende trend opmerken, voorspellen verder dalingen voor Bitcoin. Zij beweren dat de huidige vloeistofvoorziening aan deze pessimistische uitspraak gewicht toekomt.
Er zijn echter positieve indicaties op het horizont. Eén on-chain metric suggereert dat Bitcoin mogelijk een belangrijke schudding ondergaat, vergelijkbaar met de situatie in maart 2020. Daarnaast suggereert het relatieve krachtindex (RSI) van Bitcoin een mogelijke terugslag naar zijn “fair value”, omdat het RSI zijn winstcijfers uit het begin van het jaar teruggetrokken heeft en nu op het laagste niveau is sinds eind januari.
Een belangrijke discussie betreft de recente eindsluiting van Bitcoin in de week, die de double top structuur bevestigt – een bearish indicator. Rekt Capital, een populaire handelaar en analyseur, waarschuwde dat als Bitcoin onder de €26.000 zou sluiten, dit waarschijnlijk de dubbele topstructuur zou bevestigen. Huidige diagrammen tonen aan dat Bitcoin twee lokale hoogtes in 2023 bereikt heeft, beide boven de €31.000, met een dip naar €26.000 daartussen. Dit patroon kan leiden tot verder dalende bewegingen.
In het brede kader wordt er gespeculeerd over de historische neiging van Bitcoin om “gaten” in de CME futures-markten te vullen, bijvoorbeeld tijdens weekenden en feestdagen. Dit betekent dat de verschil in sluitingsprijzen tussen twee handelssessies soms een trekker is voor de toekomstige prijzevoegingen van Bitcoin. Huidigelijk bestaat er een belangrijk prijsgat op het €20.000-niveau. Terwijl sommigen denken dat Bitcoin weer deze niveau zal bezoeken, wijzen anderen op onzekerheid, met als bewijs eerder onvervulde gaten.
In samenvatting blijft er wel zorg over de prijsontwikkeling van Bitcoin, maar het marktverloop is onvoorspelbaar, met zowel positieve als negatieve indicaties aanwezig.
U.S. Markt & Belangrijke Rapporten
De Amerikaanse futures tonen een positieve trend op, in de verwachting van belangrijke inflatie rapporten deze week. Specifiek stijgen de Nasdaq 100, S&P 500 en het Dow Jones futures met 0,60%, 0,43% en 0,35%, respectievelijk. Belangrijke rapporten die kort zullen worden uitgebracht zijn de Consumer Price Index (CPI) voor augustus, op 13 september gepland, gevolgd door de Producer Price Index (PPI) op 14 september. Deze publicaties zijn bijzonder belangrijk omdat de Federal Reserve ze zal gebruiken om haar komende beslissing over het rentebeleid te bepalen. Ook dit week zullen er gegevens worden gepubliceerd over detailhandelsverkoop, consumentenmoraliteit en de wekelijkse ontslagenclaims.
Tech Updates:
In het technosector is Oracle op het punt om zijn Q1FY24 resultaten vandaag te melden. Adobe staat ook in de steek, met plannen om zijn Q3FY23 resultaten op 14 september te publiceren. Een belangrijke gebeurtenis om mee te volgen is Apples onthulling van de iPhone 15 op 12 september. Hoewel Apple momenteel problemen heeft in China, worden landelijke overheidsambtenaren nu verboden gebruik te maken van iPhones.
Europees & Asia-Pacifische Markten:
De Europese beursmarkten tonen een positieve trend vroeg in de dag, terwijl handelaren op hun kant houden voor belangrijke gegevenspublicaties dit week. Een belangrijk aankondiging wordt verwacht van de Europese Centrale Bank op 14 september over haar monetaire politiek. In het Asia-Pacifisch gebied toonden markten een gemengd prestatieverloop. Bijzonder opvallend was dat Chinas CPI groeide iets minder dan verwacht, terwijl de PPI op het voorafgespelde niveau daalde. Als gevolg hiervan daalde het Hongkong-index, maar beide de Shanghai en Shenzhen indices gingen omhoog. In Japan vertonen de primaire indices een modale daling.
De Houding van de Federal Reserve ten aanzien van Inflatie en Rente
Voorafgaand aan het Federal Reserve’s komende besluitenvergadering vertonen ambtenaren een minder agressieve houding tegenover de inflation. Dit gebeurt omdat de arbeidsmarkt verschijnselen aantonen dat hij zacht wordt en prijzen beginnen te dalen van piekwaarden tijdens de pandemie. Terwijl er mogelijk een pauze in actie kan zijn tijdens deze maand, betekent dit niet dat het centrale bankje zijn renteverhogingen zal staken.
Lorie Logan, president van de Federal Reserve Bank of Dallas, benadrukte de noodzaak voor een geleidelijke aanpak tijdens haar speech aan het Dallas Business Club op 7 september. Zij suggereerde de mogelijkheid van het overgaan van een renteverhoging bij de komende vergadering maar wees ook op dat dit niet moet worden geïnterpreteerd als het einde van het bankje’s inspanningen. De focus blijft op het beoordelen van het balans tussen het controleren van hoge inflatie en het niet te sterk onderdrukken van de economie. Zij gaf aan dat toekomstige gegevens mogelijk noodzakelijke maatregelen om inflation te controleren zouden vereisen.
Gelijkaardige meningen werden gedeeld door de president van de Boston Federal Reserve, Susan Collins, die sprak over de belangstelling en gedetailleerde gegevensanalyse. Tijdens haar speech aan het New England Council op 6 september suggereerde zij dat onze benadering naar de top van de beleidsrente mogelijk nog verder moet worden gestoken gebaseerd op inkomende gegevens.
De komende besluitenvergadering die gepland staat voor 19-20 september zal waarschijnlijk besluiten om de rente in het bereik van 5,25%-5,5% te handhaven. Dit besluit zal worden genomen om te beoordelen of de inflatiegegevens verder aantonen dat de koelingtrend verdergaat.
Recente statistieken tonen een daling van de inflatie van meer dan 9% naar rond de 3%. Wanneer we echter op core-metrieken focussen, die fluctuerende voedsel- en energieprijzen uitsluiten, blijft inflatie op ongeveer 4%, tweemaal het doel van de Federal Reserve. Het Fed’s voorkeursmaatstel van inflatie, de “core” Personal Consumption Expenditures (PCE) Index, toonde een stijging van 4,2% per jaar in juli. Dit was een lichte stijging vergeleken met juni’s 4,1%, maar minder dan de 4,5-4,6% gezien in de eerste helft van het jaar. Een ander maatstel, de “core” Consumer Price Index, zag een toename van 4,7% in juli, wat het langzaamste groeisnelheid sinds oktober 2021 aantonde. De cijfers voor de CPI in augustus zullen kort worden gepubliceerd.